grolpot
- grol·pot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grolpot | grolpotten |
verkleinwoord |
de grolpot m
- iemand die altijd boos is
- Het woord grolpot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grolpot" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be