gruw
- gruw
vervoeging van |
---|
gruwen |
gruw
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gruwen
- Ik gruw.
- gebiedende wijs van gruwen
- Gruw!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gruwen
- Gruw je?
- Het woord gruw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gruw" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be