greppel
- grep·pel
- In de betekenis van ‘ondiepe sloot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1245 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | greppel | greppels |
verkleinwoord | greppeltje | greppeltjes |
- (waterbeheer) een smalle, ondiepe uitgraving in de grond voor de afvoer van te veel water die echter meestal droog staat
- Meerdere automobilisten schatten de situatie verkeerd in en eindigden in een greppel langs de weg.
1. een smalle, ondiepe uitgraving in de grond voor de afvoer van teveel water
- Het woord greppel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "greppel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "greppel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be