Nederlands

 
guipure kant met reliëf
Uitspraak
Woordafbreking
  • gui·pu·re
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord guipure guipures
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de guipurev / m

  1. een vorm van kant met reliëf
    • Met afschuw beschrijft hij de Françaises “met gele, roze en mauve haren, weggeschoren wenkbrauwen die vervangen zijn door idioot-dunne penseelstreepjes, ogen in een halo van blauwzwart, alsof er met de vuist op was gebeukt”. Tot zijn ongenoegen geven zelfs oudere dames zich over aan modegrillen: “Matrones op meer dan stervensleeftijd, met gepoederde rimpelgezichten en doffe ogen (-) hun lichte japonnen met kant en guipure omhangen, doen onweerstaanbaar denken aan oude gruyère-kaas vol gaten.” [2] 

Meer informatie

Gangbaarheid

5 % van de Nederlanders;
9 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. guipure op website: Etymologiebank.nl
  2. NRC Birgit Donker 19 juni 1992 met een Citaat uit "Rivièra impressies' van Cyriel Buysse
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be