geblokt
- Geluid: geblokt (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈblɔkt / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χəˈblɔkt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɣəˈblɔkt/
- (Limburg): /ɣəˈblɔk/
- ge·blokt
- bn: pseudodeelwoord afgeleid van blok zn met het omvoegsel ge- -t
- ww: vervoeging van blokken: de stam met omvoegsel ge- -t
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geblokt | geblokter | gebloktst |
verbogen | geblokte | gebloktere | gebloktste |
partitief | geblokts | geblokters | - |
- met een patroon van vierkantjes in twee kleuren, zoals bij een schaakbord
- Bij de finish wordt gezwaaid met een zwart-wit geblokte vlag.
- lijkend op een blok
- De kogelstoter is groot en geblokt.
vervoeging van: | blokken… |
verbogen vorm: | geblokte |
geblokt
- voltooid deelwoord van blokken
- vormt de voltooide tijden
- Hij heeft hard geblokt voor het examen.
- vormt de lijdende vorm
- Zijn schot werd geblokt door de keeper.
- attributief gebruikt
- Na een geblokt schot kwam de bal voor mijn voeten.
- Het woord geblokt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geblokt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be