Huidig
bestand
14

ge- -t

  1. maakt een bijvoeglijk naamwoord van een zelfstandig naamwoord
    1. voorzien van het genoemde, met het genoemde
      • harnas → geharnast 
    2. het uiterlijk of de vorm hebbend van het genoemde
      • blok → geblokt 
  • Als het zelfstandig naamwoord zelf al op een -t eindigt, wordt volgens de spellingregels onder 1.2 (b) de afleiding niet met een dubbele t op het eind geschreven.
ruit → geruit t
  • Bij de vervoeging van zwakke werkwoorden wordt het voltooid deelwoord op vergelijkbare wijze gevormd. Daarom heten de met dit omvoegsel gevormde bijvoeglijke naamwoorden ook wel pseudodeelwoorden.