-
- vervoeging van geleiden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
-
- vervoeging van leiden: de stam met omvoegsel ge- -d, zonder -d omdat de stam al op -d eindigt
geleid
- voltooid deelwoord van geleiden
geleid
- voltooid deelwoord van leiden
geleid
- voltooid deelwoord van leggen (verouderd)
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
geleid [1] [2]
- (van projectielen etc.) tijdens de vlucht bestuurbaar
- door één of meer oorzakelijke factoren naar een bepaald resultaat gestuurd zijn
- ▸ Als ik geloof dat God mij kan redden, zou ik mezelf in een slachtofferrol manoeuvreren en dat is het laatste wat ik wil. Uiteindelijk is het geloof allemaal een kwestie van interpretatie en semantiek. Helaas hebben deze semantische discussies door de eeuwen tot veel verdriet en verschrikkelijke oorlogen geleid.[3]
- van hoger hand geregeld, in vaste banen geleid
geleid
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geleiden
- gebiedende wijs van geleiden
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geleiden
98 % |
van de Nederlanders;
|
95 % |
van de Vlamingen.[4]
|