leggen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: leggen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɛxə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈlɛχə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈlɛɣə(n)/
Woordafbreking
- leg·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
leggen |
legde (lei) |
gelegd (geleid) * |
zwak -d | volledig |
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
leggen
- overgankelijk doen liggen
- Hij legde het tijdschrift op de tafel.
- ▸ ‘Denk erom hè… Geen haast,’ riep hij me na terwijl ik naar de grensmuur liep om mijn hand op het koude ijzer te leggen en mezelf moed in te praten: ‘veilig thuiskomen’.[2]
Opmerkingen
- De vormen lei ww en geleid ww zijn verouderd en geen standaardtaal, het enkelvoud wordt in sommige streken wel in de spreektaal gebruikt [3][4].
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
wegnemen van de mogelijkheid te beschikken over
samen ieder een deel betalen
bemachtigen
afmaken, voltooien
precies aangeven waar het probleem zit
niets doen om iemand tegen te houden of te belemmeren
niets doen om iemand tegen te houden of te belemmeren
veel winst opleveren
opgeven en erin berusten
[1]verliezen
[2] doodgaan
zorgen dat gebeurt wat een rechter heeft uitgesproken
streng ondervragen
allemaal naar vermogen bijdragen
totaal door vuur vergaan (van gebouwen)
bedriegen of misbruiken
veel aanleg hebben voor
over alle onbelangrijke dingen/ kleinigheden commentaar hebben/klagen
kwellen om iets af te dwingen
onderwerpen aan normen die altijd nadelig worden uitgelegd
|
Spreekwoorden
- In mei legt ieder vogeltje een ei.
In mei doet het weer aan de zomer denken.
Vertalingen
1. doen liggen
beslag leggen op iets
|
het vonnis ten uitvoer leggen
|
in de as leggen
|
Zelfstandig naamwoord
leggen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord leg
Gangbaarheid
- Het woord leggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "leggen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ "leggen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Paardekooper, P.C."Ken het soms hier legge?" in: Voortgang. jrg. 10 (1989) Stichting Neerlandistiek VU, Amsterdam; ISBN 90-72365-15-1; p. 279-310; geraadpleegd 2018-03-04
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be