• Startpagina
  • Willekeurig
  • Aanmelden
  • Instellingen
  • Financieel bijdragen
  • Over WikiWoordenboek
  • Voorbehoud

poner

  • Taal
  • Volgen
  • Bewerken

Inhoud

  • 1 Spaans
    • 1.1 Uitspraak
    • 1.2 Woordafbreking
    • 1.3 Werkwoord
      • 1.3.1 Synoniemen
    • 1.4 Verwijzingen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /poˈneɾ/
Woordafbreking
  • po·ner

Werkwoord

poner

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
poner
ponía
puesto
volledig
  1. onovergankelijk leggen (van eieren)
  2. inleggen, inzetten, verwedden
  3. overgankelijk plaatsen, zetten, neerzetten, leggen, neerleggen
  4. aanzetten (van toestel)
  5. inrichten, vestigen, openen (van winkel)
  6. opstellen, schrijven (van brief)
  7. veronderstellen
  8. geven, toedienen
  9. aandoen, aantrekken (van kleding)
  10. vertonen, draaien (van film)
  11. inzetten, inleggen, verwedden
Synoniemen
  • [2] apostar
  • [3] situar
  • [4] encender
  • [6] redactar
  • [7] suponer
  • [8] dar
  • [9] vestir
  • [11] apostar

Verwijzingen

  • poner in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=poner&oldid=3376475"
Laatst bewerkt op 1 mei 2017, om 08:29

De inhoud is beschikbaar onder de CC BY-SA 3.0 tenzij anders aangegeven.
  • Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 1 mei 2017 om 08:29.
  • De tekst is beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding-Gelijk delen. Er kunnen aanvullende voorwaarden van toepassing zijn. Zie de Gebruiksvoorwaarden voor meer informatie.
  • Privacybeleid
  • Over WikiWoordenboek
  • Voorbehoud
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Desktopweergave
  • Ontwikkelaars
  • Statistieken
  • Cookiesverklaring