veronderstellen
- ver·on·der·stel·len
- In de betekenis van ‘als waar aannemen’ voor het eerst aangetroffen in 1755 [1]
- afgeleid van onderstellen met het voorvoegsel ver- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
veronderstellen |
veronderstelde |
verondersteld |
zwak -d | volledig |
veronderstellen
- overgankelijk een bepaalde aanname maken
- Hij veronderstelde ten onrechte dat dit met gejuich begroet zou worden.
1. een bepaalde aanname maken
- Het woord veronderstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veronderstellen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "veronderstellen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ veronderstellen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be