onderstellen
- on·der·stel·len
- samenstelling van onder en stellen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
onderstellen |
onderstelde |
ondersteld |
zwak -d | volledig |
- overgankelijk een bepaalde aanname maken, veronderstellen
de onderstellen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord onderstel
- Het woord onderstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.