opstellen
Niet te verwarren met: opstèllen |
- op·stel·len
- samenstelling van op en stellen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opstellen |
stelde op |
opgesteld |
zwak -d | volledig |
opstellen
- overgankelijk op zijn plaats zetten
- De camera's waren al opgesteld.
- ▸ In het Palais des Bonbons et du Nougat in Montélimar is met klassieke auto's een file opgesteld. In Pouilly-sur-Loire staat Les 200 Bornes, een pompstation annex hotel-restaurant in oude stijl.[1]
- ▸ Eindeloos veel tentjes stonden verdekt opgesteld onder de laaghangende boomtakken.[2]
- overgankelijk op schrift zetten
- Het contract werd daarna snel opgesteld.
- (een theorie, een plan) ontwerpen
- zich een bepaalde houding aanmeten
- ▸ Ik werd er ook minder dominant van, ik moest me flexibel opstellen, kreeg niet altijd mijn zin en had meer aandacht voor andere mensen die binnen groepen ook weinig zeiden.[2]
1. op zijn plaats zetten
2. op schrift zetten
de opstellen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord opstel
- Het woord opstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opstellen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Weblink bron Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
- ↑ 2,0 2,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be