opgesteld
- op·ge·steld
- vervoeging van opstellen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van op bw en gesteld ww
vervoeging van: | opstellen… |
verbogen vorm: | opgestelde |
opgesteld
- voltooid deelwoord van opstellen
stellend | |
---|---|
onverbogen | opgesteld |
verbogen | opgestelde |
partitief | opgestelds |
opgesteld
- geplaatst op een plek die met een bepaalde bedoeling is gekozen
- Een opgesteld peloton oproerpolitie hield de betogers tegen toen zij de poort wilden binnengaan.
- ▸ Eindeloos veel tentjes stonden verdekt opgesteld onder de laaghangende boomtakken.[1]
- (sport) behorend tot de spelers die daadwerkelijk deelnemen aan een wedstrijd
- Alle opgestelde spelers worden op doping gecontroleerd.
- (techniek) beschikbaar na eerdere installatie
- Het opgesteld vermogen van de elektriciteitscentrale was afgestemd op de piekbehoefte aan stroom.
- (van een tekst) onder woorden gebracht, geformuleerd
- Een opgesteld testament mag niet in strijd zijn met de wet.
- Het woord opgesteld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers