opzijleggen
- Geluid: opzijleggen (hulp, bestand)
- op·zij·leg·gen
- samenstelling van opzij en leggen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opzijleggen |
legde opzij |
opzijgelegd |
zwak -d | volledig |
opzijleggen
- overgankelijk geld ~ sparen, in een aparte pot doen
- Hij had daar aardig wat voor opzijgelegd.
- overgankelijk buiten de gebruikelijke roulatie leggen
- Na elke worp moeten er dobbelstenen opzijgelegd worden om nogmaals te mogen gooien.
- Het woord opzijleggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.