legbuis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- leg·buis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | legbuis | legbuizen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (zoötomie) hol orgaan waarmee een insect het ei ergens diep in kan aanbrengen
Synoniemen
Verwante begrippen
termen uit de entomologie:
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord legbuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "legbuis" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be