Nederlands

 
oötheca
Uitspraak
Woordafbreking
  • oö·the·ca
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn
enkelvoud meervoud
naamwoord oötheca
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oöthecam

  1. (dierkunde) eicapsule waarin enkele tientallen tot enkele honderden eitjes zitten
Synoniemen
Verwante begrippen
termen uit de entomologie:

Gangbaarheid

11 % van de Nederlanders;
16 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be