bijenzwerm

Nederlands

Bijenzwerm in een boomgaard

Uitspraak

• Geluid:  bijenzwerm    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈbɛijə(n)ˌzwɛr^əm / (3 of 4 lettergrepen)

Woordafbreking

• bij·en·zwerm

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bij zn  en  zwerm zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bijenzwerm	bijenzwermen
verkleinwoord	bijenzwermpje	bijenzwermpjes

Zelfstandig naamwoord

de bijenzwerm m

1. (dierkunde) (imkerij) deel van een bijenvolk dat de korf verlaat om een nieuw volk te vormen

   • De toeristen werden aangevallen door een bijenzwerm. 

Verwante begrippen

termen uit de entomologie:

•  angel  
•  antenne  
•  bijenkoningin  
•  bijenvolk  
•  dar  
•  daguil  
•  epizoën  
•  honingmier  
•  imago  
•  larf  
•  larve  
•  legboor  
•  legbuis  
•  made  
•  mandibel  
•  nachtvlieg  
•  oötheek  
•  oötheca  
•  wespeninvasie  
•  wespennest  +

Vertalingen

    1. een deel van een bijenvolk dat de korf verlaat om een nieuw volk te vormen   

Afrikaans: byeswerm (af) Engels: swarm of bees (en)

Spaans: enjambre (es) m

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord bijenzwerm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.