angel

- an·gel
de angel m
- (zoötomie) orgaan waarmee wespen, bijen en soortgelijke dieren steken
- De angel van de bij blijft in de steekwond achter.
- vishaak
- Gooi de angel even uit.
- Iemand aan zijn angel krijgen
- de angel uit iets halen
het moeilijke van een bepaalde kwestie oplossen
- ∗ Iets vertellen kan de angel uit dingen halen.[5]
- ∗ Hiermee haalde Gramsci een belangrijke en zelfverlammende angel uit het marxistische principe van materialiteit en determinisme: cultuur is gewoon en dus overal.[6]
- Het woord angel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "angel" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "angel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ angel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ angel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ angel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Strayed, Cherl“Schitterende kleine dingen” (2021), Thomas Rap
, ISBN 9789400408784
- ↑ Babette Hellemans“Cultuur” (2014), Amsterdam University Press
, ISBN 9789089646040
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be