Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Doneer nu
Als deze site nuttig voor u is, doneer dan vandaag nog.
Over WikiWoordenboek
Voorbehoud
Zoeken
epizoën
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Woordherkomst en -opbouw
1.4
Zelfstandig naamwoord
1.4.1
Verwante begrippen
1.5
Gangbaarheid
1.6
Verwijzingen
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
epizoën
(
hulp
,
bestand
)
IPA
:
/
epiˈzowə(n)
/
(4 lettergrepen)
Woordafbreking
epi·zo·en
Woordherkomst en -opbouw
alleen meervoud
, gevormd uit
Oudgrieks
ἐπί
(epí)
"
op
"'
en
ζῷον
(zóön)
"
dier
"
, in de betekenis van ‘in of op de huid van dieren levende insecten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886
[
1
]
[
2
]
[
3
]
enkelvoud
meervoud
naamwoord
-
epizoën
verkleinwoord
-
-
Zelfstandig naamwoord
de
epizoën
mv
(
dierkunde
)
insecten die op of in de huid van dieren leven
Verwante begrippen
termen uit de
entomologie
:
angel
antenne
bijenkoningin
bijenvolk
bijenzwerm
dar
daguil
honingmier
imago
larf
larve
legboor
legbuis
made
mandibel
nachtvlieg
oötheek
oötheca
wespeninvasie
wespennest
+
Gangbaarheid
Verwijzingen
↑
Woordenboek der Nederlandsche taal
(1864-2001).
↑
epizoën
op website: Etymologiebank.nl
↑
"epizoën" in:
Sijs, Nicoline van der
,
Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen
, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
;
ISBN 90 204 2045 3