imkerij
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- im·ke·rij
Woordherkomst en -opbouw
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | imkerij | imkerijen |
verkleinwoord | imkerijtje | imkerijtjes |
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | imkerij | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de imkerij v
- (beroep) een bedrijf dat zich toelegt op de bijenteelt
- Er is daar een imkerij gevestigd.
- het houden van bijen
Synoniemen
Vertalingen
2. het houden van bijen
Gangbaarheid
- Het woord imkerij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "imkerij" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be