• cau·sa·tief
enkelvoud meervoud
naamwoord causatief causatieven
verkleinwoord causatiefje causatiefjes

het causatiefo

  1. (taalkunde) een werkwoord dat aangeeft dat men iets doet of laat gebeuren
    • Zetten is het causatief van zitten en vellen dat van vallen. 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen causatief causatiever causatiefst
verbogen causatieve causatievere causatiefste
partitief causatiefs causatievers -

causatief

  1. op een oorzaak betrekking hebbend
    • Is er echt een causatief verband tussen deze verschijnselen? 
56 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be