gewerden
- ge·wer·den
vervoeging van |
---|
geworden |
gewerden
- meervoud verleden tijd van geworden
- Wij gewerden.
- Jullie gewerden.
- Zij gewerden.
- Wij gewerden.
- Het woord gewerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
geworden |
gewerden