Grasklokje
  • (IPA in voorbereiding)
  • gras·klok·je

het grasklokjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord grasklok
enkelvoud meervoud
naamwoord grasklokje grasklokjes
verkleinwoord

het grasklokjeo dim. tant. [2]

  1. (bloemplanten) Campanula rotundifolia   een vaste plant uit de klokjesfamilie (Campanulaceae  ). In Nederland is de plant vanaf 1 januari 2017 niet meer wettelijk beschermd  . De plant wordt tussen de 10 en 50 cm hoog. De bloemkroon is meestal blauw, maar soms wit. De bloemkroon heeft de vorm van een klok en telt vijf lobben. De bloemkroon wordt tussen de 1 en 2 cm lang en knikt