Nederlands

 
grasklokje
Uitspraak
Woordafbreking
  • klok·je
Woordherkomst en -opbouw
  • De botanische naam Campanula is het Latijnse woord voor 'klokje'. [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord klokje klokjes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het klokjeo dim. tant.

  1. (plantkunde) grote variëteit aan planten met klokvormige bloemen
  2. (bloemplanten) een geslacht Campanula   van ongeveer 300 soorten planten uit de klokjesfamilie (Campanulaceae  )
  3. horloge
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

het klokjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord klok

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen