sneeuwklokje
- (IPA in voorbereiding)
- sneeuw·klok·je
- samenstelling van sneeuw zn en klokje zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | sneeuwklokje | sneeuwklokjes |
het sneeuwklokje o dim. tant.
- (bloemplanten) een geslacht Galanthus van twintig soorten bolgewassen uit de narcisfamilie (Amaryllidaceae ), die in Europa en West-Azië voorkomen. In Nederland en België zijn naast het gewoon sneeuwklokje (Galanthus nivalis ) in stinzenmilieus ook Galanthus elwesii en Galanthus woronowii te vinden
- Het wordt lente, want de sneeuwklokjes staan al in bloei.
- Het woord sneeuwklokje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sneeuwklokje" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] sneeuwklokje in het Nederlands Soortenregister N
- [1] sneeuwklokje op Wikidata
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be