• plan·ten

deplantenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord plant
     U bent goed in planten kweken, dus leer me wat u weet.[1]
     Zij deed er water in en toen allerlei geheimzinnige kruiden, een beetje aarde, glanzende stenen, mossen en planten.[2]
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (biologie) taxonomisch rijk Plantae op Wikispecies of Archaeplastida op Wikispecies, waarvan de meeste leden uit cellulose bestaande celwanden hebben en aan fotosynthese doen
     Vaatplanten zijn planten met transportvaten voor vloeistoffen.[3]
  • Sommige protisten worden traditioneel ook algen genoemd, maar blijken niet tot de planten te horen
  • In het verleden werden schimmels en bacteriën ook wel tot de planten gerekend.

planten

  1. overgankelijk (een plant) in de aarde zetten om te laten groeien of bloeien
     U bent goed in planten kweken, dus leer me wat u weet.[1]
  2. (figuurlijk) neerzetten
     'Nou pa, elke keer dat we een nieuw project aangaan, denk ik aan jou en vraag ik me af waar jij die eerste steen zou planten' Lauren lijkt zich even te moeten herpakken, maar heft dan haar glas.[4]
Een boom planten.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]
  1. 1 2
    Jessie Burton vert. Mieke Trouw-Luyckx
    “Het huis aan de Herengracht” (2022), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024586332
  2. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat op Wikipedia, p. 13
  3. Baudewijn Odé
    Tracheophyta - vaatplanten in: De Nederlandse biodiversiteit. (2010), Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis ; European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden, ISBN 9789050113519, p. 70 kol. 1
  4. Ronald Giphart e.a.
    “Een familie en een Griekse god” (2023), The House of Books, ISBN 9789044366471
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  • plan·ten
Naar frequentie 11247

planten

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van plante
  • plan·ten

planten

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van plante
vervoeging van
plantar

planten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van plantar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van plantar