mossen
- mos·sen
de mossen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord mos
- meervoudsvorm als officiële benaming (planten) benaming voor de de stam Bryophyta , die vooral bestaat uit kleine plantjes zonder echte wortels of blaaderen
Traditioneel (en ook in de categorie-indeling op WikiWoordenboek) werden ook de hauwmossen Anthocerotophyta en levermossen Marchantiophyta tot dezelfde stam gerekend.
- [2] landplanten, planten
- [2] zie de categorie: Mossen in het Nederlands
- [2] dikkopmos, haakmos, haarmosfamilie, haarmutsfamilie, klauwtjesmos, kleimosfamilie, knikmos, pluisdraadmosfamilie, thujamos, veenmossen
- grote mosboorder, grote mosnetwants, kleine mosboorder, kleine mosnetwants, mosaangroei, mosachtig, mosbed, mosbeertje, mosbloempje, mosboorder, mosbos, mosdier, mosdiertje, mosdiertjes, moseik, moseikel, mosgallen, mosgrijs, mosgroen, moshoes, moshommel, moskampoot, moskleur, mosknop, moskrabber, moskruis, moskuil, moslaag, mosleek, mosmeter, mosnest, mosnetwants, mospalpmot, mospapier, mospissebed, mosplaat, mosplag, mosplant, mospnoepyga, mospoliep, mosroos, mosrubber, mossenfamilie, mossenvegetatie, mossig, mosslak, mosslankmier, mosslankpalpje, mossluiper, mossnoek, mossoort, mossteenbreek, mosstengel, mossteppe, mostandklauw, mostapijt, mostonnetje, mosvaren, mosverband, mosverfdrupje, mosvorming, mosvrucht, moswants, moswolfspin, moswortelmot, moszakspin, sierlijke mosnetwants
- Het woord mossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mossen" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] mossen op Wikidata
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be