Nederlands

 
1. Een soort mosdiertje Electra pilosa   vormde deze kolonie, aangespoeld op het strand in Noordwijk.
Uitspraak
Woordafbreking
  • mos·dier·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord mosdiertje mosdiertjes

Zelfstandig naamwoord

het mosdiertjeo

  1. dim. tant. (dierkunde) benaming voor dieren uit de stam Bryozoa  , hoogstens 1 millimeter grote waterdiertjes
     En inderdaad, één graad Celsius opwarming maakt veel verschil voor de kustdiertjes. Maar de gevolgen zijn totaal anders dan voorspeld. Eén soort mosdiertje profiteerde, en nam de boel over.[1]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Hester van Santen
    “Kacheltje in IJszee laat de diertjes opbloeien” (4 september 2017) op nrc.nl