moseik
  • mos·eik
enkelvoud meervoud
naamwoord moseik moseiken
verkleinwoord moseikje moseikjes

de moseikm

  1. Quercus cerris   of Turkse eik is een boom uit de napjesdragersfamilie (Fagaceae  )
     Zo krijgt Johan Mentink, deze middag iets na één uur telefoon van de zieke tuinman Ton Schopman van het Kalheupinkpark. Een meterslange barbecue staat te dicht in de buurt van een prachtige moseik.[2]
53 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “De gouden handjes van tennisclub Ready” (19-08-2016), Tubantia
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be