Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • mos·hom·mel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moshommel moshommels
verkleinwoord moshommeltje moshommeltjes

Zelfstandig naamwoord

de moshommelv / m

  1. (vliesvleugeligen) Bombus muscorum   een vliesvleugelig insect uit de familie bijen en hommels (Apidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1758 door Carl Linnaeus. De moshommel komt voor in grote delen van Europa, maar is zeldzaam
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie