vliesvleugelig
- Geluid: vliesvleugelig (hulp, bestand)
- IPA: / vlisˈfløɣələx / (4 lettergrepen)
- vlies·vleu·ge·lig
- terugvorming uit vliesvleugeligen zn , op te vatten als samenstellende afleiding van vlies zn en vleugel zn met het achtervoegsel -ig [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | vliesvleugelig |
verbogen | vliesvleugelige |
partitief | vliesvleugeligs |
vliesvleugelig
- (dierkunde) behorend of met betrekking tot de orde Hymenoptera , insecten met vier dunne, glanzende vleugels, zoals wespen, bijen en mieren
- ▸ Die serene toestand, waarin ze zich als het ware tijdelijk uit de realiteit verwijderd had, duurde voort tot ze opschrok van een vallend blad, van een takje dat tegen haar blote benen prikte, of van een of ander vliesvleugelig diertje dat over haar kuit kroop.[2]
- Het woord vliesvleugelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Ingrid BaalEr is geen gebiedende wijs in een groen veld in: Tirade., 338, jrg. 36 nr. 1 (januari/februari 1992), G.A. van Oorschot, Amsterdam, p. 51