• mos·ach·tig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen mosachtig mosachtiger mosachtigst
verbogen mosachtige mosachtigere mosachtigste
partitief mosachtigs mosachtigers -

mosachtig

  1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van mos
    • Branderig zoet roken de bovenste blokken, mosachtig geurde het vanuit de diepte van de stapel en van de grenen wand van de schuur sloeg in de warmte een korrelige harslucht af. (uit: Het Parfum van Patrick Suskind) 
95 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be