veenmossen
- Geluid: veenmossen (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- veen·mos·sen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veenmossen | |
verkleinwoord |
de veenmossen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord veenmos
- meervoudsvorm als officiële benaming (mossen) een familie Sphagnaceae van kleine tot robuuste planten, witachtig groen, bleekgroen tot geelbruin, soms paars of roodachtig aangelopen, in matten, kussens of bulten, in natte habitats groeiend of in veengebieden boven het waterniveau, minder vaak onder water. Planten meestal met rechtopstaande stengel, met de jonge takken verspreid langs de stengel (dus in spiralen gerangschikt) met de nog groeiende toppen van stengels in een "hoofdje" (capitulum), de takken gegroepeerd in bundels langs stam, stengel- en takbladeren met afwisselend opgeblazen, S-vormig tot ruitvormige hyaliene cellen en smalle, lineaire cellen met chloroplasten, met de hyaliene cellen van takbladeren meestal met fibrillen en poren
- [2] mossen, landplanten, planten
- [2] veenmos
- veenmosblindwants, veenmosmug, veenmosnetwants, veenmosorchis, veenmossnelloper, veenmosspinnetje, veenmoswantsen, veenmoswolfspin
- Het woord veenmossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] veenmossen in het Nederlands Soortenregister N
- [1] veenmossen op Wikidata