voortplanten
- voort·plan·ten
- samenstelling van voort en planten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voortplanten |
plantte voort |
voortgeplant |
zwak -t | volledig |
voortplanten
- wederkerend (biologie) zich ~ een nieuwe generatie voorbrengen
- Olifanten planten zich maar langzaam voort.
- wederkerend zich ~ (van een golf) door een medium voortbewegen
- Geluid plant zich sneller voort door een spoorstaaf dan door de lucht.
1. een nieuwe generatie voorbrengen
- Het woord voortplanten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voortplanten" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be