gemeentebestuurder

  • ge·meen·te·be·stuur·der
enkelvoud meervoud
naamwoord gemeentebestuurder gemeentebestuurders
verkleinwoord

de gemeentebestuurderm

  1. (politiek) iemand die bestuurder is in een gemeentelijke overheid
     De 63-jarige Zevenbergen zat sinds 2001 in het hoofdbestuur van de SGP en was sinds september 2018 partijvoorzitter. In september van dat jaar werd bekend dat hij sinds 2006 maandelijks een bedrag van 1450 euro netto aan wachtgeld ontvangt, vanwege zijn voormalige wethouderschap in Alblasserdam en omdat hij als onderwijsdirecteur minder verdient dan als gemeentebestuurder.[1]
     "Geen enkele gemeentebestuurder kan zich de luxe permitteren om te zeggen: dat wil ik niet, mijn bevolking vindt het niet leuk, of mijn mensen zijn oververmoeid", zei Bruls, tevens burgemeester van Nijmegen. "Je moet gewoon helpen, dat moet je gewoon doen."[2]


  1.   Weblink bron “SGP-voorzitter stapt op na kritiek op wachtgeld” (Zaterdag 9 november 2019, 13:53), NOS
  2.   Weblink bron “Bruls vraagt gemeenten mensen op te vangen: 'Geen luxe permitteren'” (Zondag 28 augustus 2022, 13:47), NOS