• ge·wag

het gewago

  1. in de uitdrukking gewag maken van: melding maken van, (ver)melden
  2. (zeemanstaal) de zeevogels
68 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be