Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·strekt
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: strekken…
verbogen vorm: gestrekte

gestrekt

  1. voltooid deelwoord van strekken
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gestrekt gestrekter gestrektst
verbogen gestrekte gestrektere gestrektste
partitief gestrekts gestrekters -

Bijvoeglijk naamwoord

gestrekt

  1. rechter gemaakt, niet gebogen
    • Een gestrekte hoek is een hoek van 180 graden. 
    • Hij zat met gestrekte benen achterover geleund op de bank. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be