trekken
- trek·ken
- van Middelnederlands trecken, in de betekenis van ‘naar zich toe halen, naar een andere plaats gaan’ aangetroffen vanaf 1240 [1] [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
trekken /'trɛkə(n)/ |
trok /trɔk/ |
getrokken /ɣə'trɔkə(n)/ |
klasse 3 | volledig |
trekken
- overgankelijk voor het zwaartepunt van een voorwerp een kracht uitoefenen in een richting die ervan wegvoert
- Hij trok zijn gevallen fiets uit de modder.
- overgankelijk een lijn aanbrengen
- Door twee punten kan een rechte lijn getrokken worden.
- ergatief een lange tocht uitvoeren
- Deze vogels trekken 's winters naar Zuid-Afrika.
- ▸ Van lieverlede werd hij echter beschouwd als de 'vriend der kinderen'. In Nederland leest men over het St. Nicolaasfeest voor het eerst in het jaar 1360. De koorknaapjes in Dordrecht kregen er vrij voor. In optocht trokken zij door de stad en bedelden, met een smekend gebaar, hun bisschopsgeld bij elkaar. Maar in de zeventiende eeuw werd dit verboden![4]
- ▸ Net als ik vond ze het heilzaam om er af en toe alleen op uit te trekken.[5]
- overgankelijkaandacht opwekken, lokken
- Deze tentoonstelling trok erg veel publiek.
- ▸ Hij had in Mammoth Lakes tijdelijk de trail verlaten om zijn vriendin een weekje op te zoeken, maar was kennelijk niet meer teruggekomen. Het off-trail-leven trekt kennelijk harder aan je dan je zou denken.[5]
- overgankelijk bestanddelen uit plantaardig of dierlijk weefsel door onderdompeling in heet water daarin overbrengen
- Ik vind thee niet lekker als je die zo lang laat trekken.
- Van die kluif kunnen we nog bouillon trekken.
- (spreektaal), (seksualiteit) masturberen, rukken [2]
- [4]: aantrekken, interesseren
|
|
- [1] foto trekken
- [1] het niet lang meer trekken
- [1] het niet trekken
- [2] je plan trekkenzelf een eigen aanpak kiezen
- [1] op niets trekken
- [1] op niks trekken
- [1] over de streep trekkenovertuigen
- [4] trekken op
1. op een voorwerp een kracht uitoefenen in een richting die ervan wegvoert
iemand over de streep trekken
|
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
nog te sorteren
|
de trekken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord trek
- Het woord trekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trekken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ trekken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "trekken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 10
- ↑ 5,0 5,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
trekken
- trekken; een lijn aanbrengen
trekken
- trekken; een lijn aanbrengen