• aan·dachts·trek·ker
  • Samenstellende afleiding van aandacht en de stam van trekken met het achtervoegsel -er met het invoegsel -s-
enkelvoud meervoud
naamwoord aandachtstrekker aandachtstrekkers
verkleinwoord aandachtstrekkertje aandachtstrekkertjes

de aandachtstrekkerm

  1. (persoon) iets dat of iemand die de aandacht van anderen op zich vestigt
     Wat zal deze Tom Adler wel niet van me denken? Dat ik zo'n zwakke aandachtstrekker ben, natuurlijk.[1]