overtrekken
- Geluid: overtrékken (hulp, bestand)
- IPA: / ˌovərˈtrɛkə(n) / (4 lettergrepen)
- Geluid: óvertrekken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈovərˌtrɛkə(n) / (4 lettergrepen)
- over·trek·ken
- samenstelling van over bw en trekken ww
- overtrékken [3]: omdat deze toestand ontstaat als een piloot de stuurknuppel te ver naar achteren trekt
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overtrekken |
overtrok |
overtrokken |
klasse 3 | volledig |
overtrékken
- overgankelijk een nieuwe stoffen bekleding aanbrengen
- Die meubels kunnen best nog een keer overtrokken worden.
- overgankelijk overdreven voorstellen
- Volgens de minister was het probleem door de pers zwaar overtrokken.
- overgankelijk (luchtvaart) (van een vliegtuig of vleugel) in een positie brengen waarin vleugels opeens hun draagvermogen verliezen doordat de lucht er niet meer snel vlak overheen stroomt
- Piloten leren waar ze op moeten letten om een vliegtuig niet te overtrekken.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overtrekken |
trok over |
overgetrokken |
klasse 3 | volledig |
óvertrekken
- ergatief tijdens een lange tocht een gebied, dam, brug of iets dergelijks passeren
- De Carthagers waren de Alpen overgetrokken en vielen Rome aan.
- Het liefst was hij toen de Bergen van Stilte maar ineens overgetrokken, maar dat was niet mogelijk. [1]
- overgankelijk de contouren natekenen
- De tekening overtrekken met een potlood.
- [3] natrekken
de overtrekken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord overtrek
- Het woord overtrekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overtrekken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 114
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be