natrekken
- na·trek·ken
- samenstelling van na bw en trekken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
natrekken |
trok na |
nagetrokken |
klasse 3 | volledig |
natrekken
- overgankelijk onderzoeken of iets werkelijk klopt
- Zij hadden dat nagetrokken en gevonden dat hij inderdaad een goed alibi had.
- overgankelijk overtrekken
- Een tekening natrekken.
- Het woord natrekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "natrekken" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be