Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·trek·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
natrekken
trok na
nagetrokken
klasse 3 volledig

Werkwoord

natrekken

  1. overgankelijk onderzoeken of iets werkelijk klopt
    • Zij hadden dat nagetrokken en gevonden dat hij inderdaad een goed alibi had. 
  2. overgankelijk overtrekken
    • Een tekening natrekken. 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be