overtrokken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: óvertrokken (hulp, bestand)
- Geluid: overtrókken (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·trok·ken
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van overtrekken: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling e-o (IPAː /ɛ/ - /ɔ/)
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overtrekken |
overtrókken
- meervoud verleden tijd van overtrekken
- Wij overtrókken.
- Jullie overtrókken.
- Zij overtrókken.
- Wij overtrókken.
- voltooid deelwoord van overtrekken
Verwante begrippen
- [2] overgetrokken
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overtrekken |
óvertrokken
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overtrekken
- ...dat wij óvertrokken.
- ...dat jullie óvertrokken.
- ...dat zij óvertrokken.
- ...dat wij óvertrokken.
Gangbaarheid
- Het woord overtrokken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.