trekweg
- trek·weg
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trekweg | trekwegen |
verkleinwoord | trekwegje | trekwegjes |
de trekweg m
- een pad langs de kant van een kanaal of vaart waarover eertijds de trekdieren van de trekschuit werden voortgedreven
- weg die gebruikt wordt door trekkende dieren
1. een pad langs de kant van een kanaal of vaart waarover eertijds de trekdieren van de trekschuit werden voortgedreven
- Het woord 'trekweg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trekweg" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be