trektocht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trek·tocht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trek ww en tocht (bet. 2).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trektocht | trektochten |
verkleinwoord | trektochtje | trektochtjes |
Zelfstandig naamwoord
de trektocht m
- tocht, reis waarbij een wat langere afstand wordt afgelegd, meestal van minstens enkele dagen, zowel van mensen als van dieren gezegd
- Een vogel op zijn trektocht.
- ▸ De adrenaline gierde door mijn lijf omdat, na meer dan een jaar voorbereiding, mijn trektocht van Mexico naar Canada eindelijk begon.[1]
Vertalingen
1. tocht waarbij een wat langere afstand wordt afgelegd, meestal van minstens enkele dagen, zowel van mensen als van dieren gezegd
Gangbaarheid
- Het woord trektocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trektocht" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be