1. volksvermaak waarbij deelnemers probeerden terwijl ze snel onderlangs een aan haar poten opgehangen gans reden de met vet ingesmeerde kop los te trekken
  • gans·trek·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ganstrekken
-
-
onvolledig

ganstrekken

  1. (geschiedenis) volksvermaak waarbij deelnemers probeerden terwijl ze snel onderlangs een aan haar poten opgehangen gans reden, voeren of renden de met vet ingesmeerde kop los te trekken
    • Het spel ‘ganstrekken’ vind ik niet getuigen van respect voor het leven van dieren en van respect voor dit dode dier. [2]