bot
- bot
1,2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | bot | botten |
verkleinwoord | botje | botjes |
3 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | bot | bots |
verkleinwoord | - | - |
- [A1] Ontwikkeld uit Middelnederlands but, bot, mogelijk vernoemd naar diens stompe kop. [1] In deze betekenis, voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287. [2]
- [A2] Herkomst onzeker, in de betekenis van ‘knop’ [3] voor het eerst aangetroffen in het jaar 1351. [2]
- [A3] erfwoord Oorspronkelijk een substantivering van het bijvoeglijke bot, vernoemd naar het dikke, stompe uiteinde van een been [4]. Voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477. [2]
- [A4] Leenwoord uit Frans botte “laars” [5], opgevat als mv, voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240. [2]
- [A5] Leenwoord uit Amerikaans Engels bot, als afkorting van robot, vaak in de betekenis van "zelfuitvoerend (software)programma".
- [B] erfwoord Oorspronkelijk in de betekenis van “stomp, platgeslagen”, afgeleid van het Germaanse werkwoord *buttōn, *buddōn “(plat, stomp) slaan” [6], voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599. [2]
4 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | bot | botten |
verkleinwoord | botje | botjes |
[A] de bot m
- (straalvinnigen) bepaald soort platvis, Platichthys flesus
- ▸ Het familierecord in het schoonmaken en fileren van een bot of schol zodat hij klaar was voor de koekenpan was veertien seconden.[7]
- ▸ Het was ook niet zo makkelijk om botten in de baai te vangen als ik had gehoopt nu ik een harpoengeweer had. De botten waren zo in aantal teruggelopen dat ook hierop vissen onzeker werd als het ging om het bij elkaar krijgen van een maaltijd. Sandhamnsbot meunière was overigens populair in onze familie.[8]
- (plantkunde) bladknop
- o, (anatomie) been, knook, een onderdeel van het skelet
- ▸ Haar gemanicuurde nagels glinsterden vervaarlijk. Wiens huid ze hiermee tot aan het bot wilde openhalen, was Chantal inmiddels wel duidelijk.[9]
- (Vlaanderen en Limburg) laars.
- (verkorting), (afkorting), (informatica), (wikitaal) een computerprogramma dat bepaalde handelingen automatisch uitvoert op basis van bepaalde reacties van externe gebruikers of computers
- Al deze bewerkingen zijn gedaan door een bot.
-
[1] Bot (Platichthys flesus)
-
[2] Uitlopend bot (bladknop) van een paardenkastanje
-
[3] bot van een opperarm
-
[4] Bruine bot voor de rechtervoet.
- [1] heilbot
- [1] schollen, platvissen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- [1] Aziatische pijltandheilbot, dwergtarbot, gevlekte dwergtarbot, Groenlandse heilbot, grootbekbot, heilbot, Indo-Pacifische heilbot, leverbot, Nieuw-Zeelandse tarbot, Pacifische heilbot, Pacifische pijltandheilbot, panterbot, pauwbot, schijnbot, tarbot, zandbot, zomerbot, zwarte zeetarbot
- aalbot, bloedbot, bloembot, chatbot, darmbot, hondenbot, ijlbot, kaakbot, kalfsbot, mammoetbot, neusbot, neushoornbot, penisbot, rivierbot, schaambot, schapenbot, scharbot, snorrebot, soepbot, struikbot, talbot, vier bot, vierde bot, vierden bot, vieren bot, viert bot, waterbot, weerbot, zijdennetbot, zitbot, zoekbot
- botaf, botafbraak, botartikel, botbank, botbeheerder, botbestuurder, botblessure, botboer, botboring, botbreuk, botcel, botcement, botdichtheid, botdotteren, botdrager, botfragment, botgal, botgallig, botgras, botgrond, botheid, bothoekwant, bothof, bothol, botkanker, botkloppen, botkol, botkruid, botkweker, botlijn, botlood, botmand, botmassa, botmateriaal, botmatig, botmuil, botnet, botnetwerk, botonderzoek, botontkalking, botpikker, botplaat, botprik, botreep, botrest, botscan, botsplinter, botster, botstructuur, botstuk, botten, bottenkraakster, bottenkraker, botter, botterik, bottientje, botting, bottuberculose, bottumor, botuil, botuit, botuitsteeksel, botvangen, botverlies, botverloren, botvieren, botvink, botvisser, botvlies, botweefsel, botweg, botworm, botziekte, botzinnig
- Bot vangen
Niet het antwoord krijgen waar men op had gehoopt; niet het gewenste resultaat bereiken, geen succes hebben[10]
- ▸ Het islamitische Haga Lyceum probeerde de publicatie van het uiterst kritische inspectierapport voor de zomer al te voorkomen, maar ook toen ving de school bot.[11]
- [3] been, knook, onderdeel van het skelet
- Tot op het bot
Helemaal, volkomen
- • Tot op het bot beledigd zijn.
- • Hij was een merkwaardige mix, want met zijn aristocratische voorkomen leek hij verschrikkelijk beschaafd en tegelijk meedogenloos tot op het bot. [12]
1. platvis
3. onderdeel van het skelet
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bot | botter | botst |
verbogen | botte | bottere | botste |
partitief | bots | botters | - |
[B] bot
- (gereedschap) niet scherp, stomp, wat snijdens scherp had moeten zijn
- Een botte bijl.
- Met een bot mes kun je geen mooie plakjes vlees afsnijden.
- (figuurlijk), (communicatie) onbeleefd en/of direct in de sociale interactie
- Bot gedrag vertonen.
- Veel mensen vinden Nederlanders bot.
- (figuurlijk) waar men niets aan kan doen
- En dat levend begraven worden met nog een paar dagen te gaan voor het einde van de oorlog botte pech zou zijn. [13]
- [1] scherp, messcherp, vlijmscherp
- [2] beleefd
1. stomp
2. onbeleefd
vervoeging van |
---|
botten |
bot
- Het woord bot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[14] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ bot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 2,0 2,1 2,2 2,3 2,4 "bot" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ bot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ bot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ bot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Guus Kroonen“Etymological Dictionary of Proto-Germanic” (2013), Brill Publishers, Leiden - Boston, p. 86
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ De betekenis van bot in deze uitdrukking is onzeker.
- ↑ Weblink bron Tjerk Gaulthérie van Weezel en Rik Kuiper“Gerechtshof brandt vingers niet aan inspectierapport over Haga Lyceum” (24 december 2019), de Volkskrant
- ↑ Lemaitre, PierreTot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 12
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 18
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Leenwoord uit het Nederlands
bot
- IPA: /bo:t/
bōt v
bot m
bot m
bot m
- ploure a bots i barrals
pijpenstelen regenen
- bot
bot
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bieten
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bieten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bot | botten |
verkleinwoord | botsje / botke |
bot
- (straalvinnigen) bot; een platvis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bot | bots |
verkleinwoord |
bot
- (informatica) bot; een computerprogramma dat kleine taken herhaaldelijk uitvoert, autonoom of in opdracht van de operator
- bot
bot
bot
- Afgeleid van het Angelsaksische bāt
bot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | bot | bode |
genitief | boods, boets | bode |
datief | bode | boden |
accusatief | bot | bode |
bot o
- bod
- bekendmaking, mededeling
- gebod, bevel
- Men mach die bode Gods niet laten.
- dienst, in te enes bode ter beschikking van iemand
- Dat altemael haer eyghen van gheworden ende stont tot haren bode. [1]
- (juridisch) dagvaarding, oproep
- .. so sell dat bot staende bliven totter naesten rechtdage toe,
- een partij van een of ander spel
- «... ende niet meer dan te grote boods ende niet hogher.»
- ... en niet meer dan een bod van een groot (een munt) en niet hoger.
- «... ende niet meer dan te grote boods ende niet hogher.»
- ↑ Middelnederlandsch woordenboek van Eelco Verwijs, Jacob VerdamDeel 1, 1885 M. Nijhoff
- IPA: /bɔt/
- bot
bot m
- (informatica) bot; een computerprogramma dat kleine taken herhaaldelijk uitvoert, autonoom of in opdracht van de operator
- laars
- –
- botek
- IPA: /bɔt/
- bot
- Leenwoord uit het Engels
- (spreektaal)(informatica) bot; een computerprogramma dat kleine taken herhaaldelijk uitvoert, autonoom of in opdracht van de operator
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
nominatief | bot | boti | |
genitief | bota | botů | |
datief | korte vorm | botu | botům |
lange vorm | botovi | ||
accusatief | bota | boty | |
vocatief | bote | boti | |
locatief | korte vorm | botu | botech |
lange vorm | botovi | ||
instrumentalis | botem | boty |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- (dialect) schoen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | bot | boty |
genitief | botu | botů |
datief | botu | botům |
accusatief | bot | boty |
vocatief | bote | boty |
locatief | botu | botech |
instrumentalis | botem | boty |
bot