• tob
vervoeging van
tobben

tob

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tobben
    • Ik tob. 
  2. gebiedende wijs van tobben
    • Tob! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tobben
    • Tob je? 

tob

  1. (Sefardisch-Hebreeuws) goed