lomp
- lomp
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lomp | lomper | lompst |
verbogen | lompe | lompere | lompste |
partitief | lomps | lompers | - |
lomp
- zich op een onwellevende en onbehouwen manier gedragend
- Doe eens niet zo lomp!
- ▸ Even later tekende Lewandowski wel voor zijn tiende Champions League-treffer. Oud-Ajacied Maximilian Wöber ging het duel met de Poolse spits veel te lomp in, waarna Lewandowski zijn zelf verdiende strafschop snoeihard in de linkerhoek schoot: 1-0.[8]
- bot, grof, onbeleefd, ongemanierd, onbeschoft, plomp, slomp
zich op een onwellevende en onbehouwen manier gedragend
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lomp | lompen |
verkleinwoord |
- (textiel) vod [1]
- (visserij) benaming voor verschillende soorten vissen met een plomp, grof uiterlijk
- kwabaal, zoetwatervis Lota lota
- puitaal, zee- en brakwatervis Zoarces viviparus
- snotolf, zeevis Cyclopterus lumpus
- vijfdradige meun, zeevis Ciliata mustela
- [2] slijmvis
1. zie: vod
- Het woord lomp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lomp" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[9] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ grof lomp op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ lomp (vod) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "lomp" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ lomp (slijmvis) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Bayern vernedert Salzburg met 7-1, Lewandowski is Haller voorbij na hattrick” (DI 8 MAART 2021), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be