Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dag·vaar·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dagvaarding dagvaardingen
verkleinwoord dagvaardinkje dagvaardinkjes

Zelfstandig naamwoord

de dagvaardingv

  1. (juridisch) een schriftelijke oproep om voor een rechtbank te verschijnen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be