doedelzak
- Geluid: doedelzak (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdudəlˌzɑk / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈdudɔɫˌzɑk/, /ˈdudəɫˌzɑk/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈdudəlˌzɑk/
- doe·del·zak
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘blaasinstrument’ voor het eerst aangetroffen in 1783 [1]
- samenstelling van doedel ww en zak [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doedelzak | doedelzakken |
verkleinwoord | doedelzakje | doedelzakjes |
de doedelzak m
- (muziekinstrument) een rietinstrument waarbij het riet indirect bespeeld wordt via een luchtzak
- In de zogenoemde Keltische muziek wordt vaak van doedelzakken gebruik gemaakt.
1. een rietinstrument waarbij het riet indirect bespeeld wordt via een luchtzak
- Het woord doedelzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doedelzak" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "doedelzak" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ doedelzak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be